Nieuw hoofdstuk voor succesverhaal van Taal voor de Bouw
Woensdag 14 april 2021
Iets meer dan drie jaar geleden rolde het eerste exemplaar van Taal voor de Bouw van de drukpers. Inmiddels is de derde druk een feit en volgen diverse andere sectoren het goede voorbeeld van onze branche.
Taal is de smeerolie van elke samenleving, of het nou om een heel land gaat of om de bouwbranche. Meedoen in zo’n samenleving wordt een stuk makkelijker als je de taal spreekt; of het nou om de Nederlandse taal gaat of het specifieke bouwjargon. Daarom is het zo geweldig dat een aantal jaren geleden Taal voor de Bouw is ontwikkeld. Het boek helpt op een praktische wijze mensen de specifieke taal van de bouw onder de knie te krijgen. Met heel veel plaatjes bijvoorbeeld; foto’s van een hamer, een helm, een steiger. Heel belangrijk voor wie in de bouw aan de bak wil maar door laaggeletterdheid of een migratieachtergrond een taalachterstand heeft; of simpelweg onbekend is met de bouwtaal omdat hij uit heel een andere branche komt. “Alleen Nederlands spreken op NT2 niveau is namelijk niet genoeg”, zegt Martien van Reen, manager van Bouwmensen Apeldoorn, min of meer de bakermat van het bouwtaalboek. “Als je het vakjargon kent, dan sluit je eerder aan bij de cultuur van de bouw.”
Lachen met je collega’s
Het mooie van Taal voor de Bouw is dan ook dat het niet alleen laat zien wat een klopboor is, maar ook uitlegt hoe de cultuur van de branche in elkaar steekt; wanneer de schaft is bijvoorbeeld, hoe solliciteren werkt, hoe je op een goede manier een vrije dag vraagt. Als je dergelijke gebruiken en gewoonten van de branche kent, dan kun je nog meer onderdeel van de groep worden, en dat is volgens van Reen net zo belangrijk als vakmanschap. “Dingen als met je collega’s kunnen meelachen om grappen op de bouwplaats zijn ontzettend waardevol voor een goede integratie. Sneller geaccepteerd worden, begrip hebben voor elkaar, het maakt het werken leuker en veiliger. Taal voor de Bouw is een versneller in dat verhaal, in vakmanschap en integratie.”
Voor leerling en leermeester
Taal voor de Bouw is niet alleen heel nuttig voor wie in de bouw aan de slag wil, ook bijvoorbeeld leermeesters hebben er veel aan. Begeleiden van een leerling is immers al een vak op zich maar als die dan ook nog een taalachterstand heeft, kan het wel eens een te grote opgave worden. Het boek neemt die drempel weg; je kunt er gewoon in aanwijzen wat je bedoelt.
De grote rol die Taal voor de Bouw in de afgelopen drie jaar heeft kunnen spelen, is niet onopgemerkt gebleven. De zorg heeft inmiddels een eigen Taalboek voor de Zorg en de installatie- en elektrotechniek branche is momenteel bezig met de ontwikkeling van een eigen versie. En onze eigen branche kan er ook geen genoeg van krijgen; recent is de derde druk van Taal voor de Bouw verschenen.
Onmisbaar stuk gereedschap
Auteur van Taal voor de Bouw is docent Herman Rouwenhorst. Het boek is verder tot stand gekomen met behulp van Bouwmensen Apeldoorn, Bouwend Nederland en diverse werkgevers en statushouders. Anne de Jonge was als Adviseur Onderwijs & Arbeidsmarkt Regio Oost nauw betrokken bij de ontwikkeling en de promotie van het boek. Ze is trots op het succes van het boek. “Een baan staat voor zoveel meer dan alleen een bron van inkomsten, het gaat ook om zelfontplooiing, jezelf nuttig maken, waardering, je vriendenkring uitbreiden. Taal is daar een ongelooflijk belangrijk stuk gereedschap voor.” Volgens haar is het boek precies wat de bouw nodig had, en heeft. ”Er zijn enorm veel mensen die in de bouw aan het werk willen maar dat door een taalachterstand niet kunnen. Ik wil niet zeggen dat dit boek de oplossing voor alles is, maar het maakt de bouw wel toegankelijker. Het helpt werkgevers en werknemers dichter bij elkaar te brengen en dat is heel belangrijk.”
Geïnteresseerd in Taal voor de Bouw? Je kunt het boek bestellen bij Bouwmensen Apeldoorn.
Gerelateerd nieuws
Voorzitter Arno Visser besprak afgelopen zondag het woningtekort bij WNL Op Zondag met Kamerlid Merlien Welzijn van NSC. Hij benadrukte dat niet het gebrek aan wetgeving ertoe heeft geleidt dat het woningtekort de 400.000 is gepasseerd, maar het gebrek aan afgegeven vergunningen. Op minister Keijzers voorgenomen Woontop moeten afdwingbare afspraken worden gemaakt die ervoor zorgen dat er jaarlijks 100.000 bouwvergunningen worden afgegeven. Kamerlid Welzijn kon zich vinden in deze oproep.
Om aan de grote vraag naar woningen te voldoen moeten er in de komende jaren honderdduizenden woningen bij worden gebouwd. Daarmee staan gemeenten en provincies voor een enorme opgave. In Breda werkten de gemeente en bouwpartners Maas-Jacobs Groep en Nederlandse Bouw Unie (NBU) intensief samen tijdens de voorbereidingen van Blossem. In 100 dagen stelden zij samen een gebiedsperspectief op, na nog eens 6 maanden lag er een ontwikkelvisie voor 615 nieuwe woningen.
Voor het verrekenen van prijswijzigingen tijdens de uitvoering van een project is in 1991 de Risicoregeling Woning- en Utiliteitsbouw 1991 (RWU 1991) opgesteld. De Commissie Risicoregeling Woning- en Utiliteitsbouw heeft besloten om per 2025 te stoppen met de RWU-index 1991.