Logo Bouwend Nederland
  1. Home
  2. Nieuws
  3. Zo kwam de straatrobot strobo tot stand leerpunten uit de ontwikkeling

Zo kwam de straatrobot Strobo tot stand: leerpunten uit de ontwikkeling

Maandag 13 november 2023

De eerste poging om een straatmachine te maken mislukte, maar infrabedrijven DeJongCeba en De Krom Bestratingen lieten zich niet kisten door de tegenslag. Wijs geworden door wat mis ging, heeft een nieuwe poging wél succes opgeleverd. De straatrobot Strobo timmert al een jaar aardig emissievrij aan de weg. In dit artikel leggen we uit hoe de straatrobot tot stand kwam en welke hordes onderweg door de ontwikkelaars, technici en bouwers genomen moesten worden.

Dat de instroom van nieuw personeel niet overweldigend is binnen de bouw en infra, is een bekend verhaal. Dat dat voor de stratenmakers misschien nog wel sterker dan voor andere beroepsgroepen geldt binnen de sector is niet verrassend. Althans, niet voor Frenk Clemens, mededirecteur van Infra-bedrijf DeJongCeba uit Opmeer en lid van de scholingscommissie. "Jonge mensen willen geen stratenmaker worden. Ze vinden het zwaar en vies werk. We hebben dan ook maar weinig instroom in het vak. Dat is een probleem want het straatwerk zelf wordt niet minder, Nederland ligt vol met straten." Samen met collega-GWW-bedrijf De Krom uit Etten-Leur vatte Clemens het plan op om iets te bedenken richting automatisering van het werk. "Er waren wel al machines die plakkaten steen optillen en wegleggen, maar de hele straat met afwijkende afmetingen en met putten en kolken passend dichtstraten, kunnen die niet. Juist voor dat soort werk wilden we iets bedenken, opdat we niet meer afhankelijk zouden zijn van alleen maar de handjes."

Veel tegenslagen zorgden bijna voor einde project

Samen met Nota Infra uit Sneek en Robert van der Meijden van stenenproducent MBI begonnen ze aan het avontuur. Er werd een oude straatmachine gekocht en er werden twee techneuten aan het werk gezet om de machine aan te passen. Doel was dat hij ook het afwijkende werk moest kunnen maken en wel voor een marktconforme prijs als voor handmatig straten. De vier bedrijven richtten gezamenlijk zelfs een speciale bv op om de innovatieve machine op termijn te kunnen vermarkten. Uiteindelijk lukte het niet om de gewenste straatmachine te maken. "De machine had veel storingen, zowel op mechanisch als softwarematig vlak", noemt Clemens een van de redenen. "Nog vervelender was dat het niet lukte om die problemen op te lossen. De man die verantwoordelijk was voor het mechanische deel gaf het softwarematige deel de schuld van wat er niet werkte en de softwareman wees op zijn beurt steeds naar het mechanische deel. Wij zaten er als een soort scheidsrechters tussen en konden de hele tijd betalen. Op een gegeven moment zat er niets anders op dan de stekker uit het project trekken."

Betere aanpak bij poging twee

Het probleem van het tekort aan handjes bleef echter en na een poosje besloten DeJongCeba en De Krom (Nota had geen interesse meer om in het project verder te gaan, Robert van der Meijden bleef met zijn kennis nog wel aangesloten) een nieuwe poging te wagen, maar dan wel op heel andere manier, legt Clemens uit. "Vooraf hebben we goed helder gemaakt wat we precies wilden dat de machine zou kunnen. Niet dat we bij de eerste poging lukraak waren begonnen, maar zo helder en uitgebreid als de tweede keer hadden we de eisen toen niet." Eisen waren bijvoorbeeld dat de machine 150 tot 180 m2 per dag moet kunnen leggen. "Normaal doe je dat met vier man. We wilden een machine die één man kan bedienen. Het idee was dat je de machine betaalt met wat je bespaart op personeelskosten."

Een partij in plaats van meerdere partijen

Andere eisen waren onder meer dat hij op een BE-vrachtwagen te transporteren moest zijn, bij temperaturen van 1 tot 40 graden moest kunnen werken en volledig elektrisch moest zijn. Misschien nog wel belangrijker dan die eisen was het besluit om de volledige ontwikkelen van de machine aan één enkele partij uit te besteden en daar zelf niet tussen te gaan zitten. "Natuurlijk hielden we wel contact tijdens dat proces. We werden iedere vier weken bijgepraat over de laatste ontwikkelingen, tegenslagen en oplossingen. Af en toe kwamen ze ook met relevante vragen waar we zelf soms nog niet over hadden nagedacht. Dat heb je niet als je het allemaal zelf aanstuurt en in feite zelf de uitvinder uithangt."

Goed op weg

Dit keer verliep het proces wel goed en rolde er een tevreden stemmend resultaat uit. 11 november 2022 was de eerste officiële lakmoesproef, de herbestrating van een straat naast het Evoluon; een toepasselijke plek voor de primeur van de straatrobot. Sindsdien zijn er al meerdere projecten gedaan, zowel in de regio van De Krom als in Noord-Holland bij DeJongCeba. "We zijn er nog niet", zegt Clemens. "De machine legt nu 90 tot 100 m2. Het doel van 150 a 180 m2 hebben we dus nog niet gehaald en we denken dat we dat met dit prototype misschien ook niet gaan redden. Wel is duidelijk wat er voor nodig is om het wél te halen. Die benodigde aanpassingen zijn alleen te ingrijpend en te prijzig voor deze machine, maar het volgende model krijgt ze wél." Een ander ding op de verlanglijst is de aandrijving van de rupsen. Dat gebeurt nu nog hydraulisch, waarbij de elektromotor wel de energie aan de hydrauliek levert, maar bij volgende machine moet ook de aandrijving van de rupsen volledig elektrisch gebeuren, dus zonder hydrauliek.

Belangrijke lessen geleerd

Uiteraard is ook bij deze geslaagde tweede poging niet alles vlekkeloos verlopen. Wat De Krom en DeJongCeba bijvoorbeeld hebben geleerd, is dat het belangrijk is om het personeel mee te nemen in zo'n innovatieproces en dat het verstandig is om de juiste mensen erbij te betrekken. "Je bedient de straatrobot via de iPad en daar is de gemiddelde stratenmaker niet van", legt Clemens uit. "Daar heb je de jongere medewerkers voor nodig, de 'Playstationgeneratie'. Voor hen wordt werken in de infra aantrekkelijker door dit soort innovaties." Er zijn nog meer lessen die De Krom en DeJongCeba hebben geleerd en graag delen met medeleden. "Plan realistisch maar reken er op dat het toch twee keer zo lang gaat duren. Als er iets moet worden bedacht en gemaakt dat niet bestaat, dan gaat daar gewoon een heleboel tijd inzitten èn ook geld. Reserveer genoeg geld. Stel budgetten vast, maar houd er rekening mee dat ze verdubbelen. Bovenal: leg dergelijke ontwikkelopdrachten bij één partij neer en ga er niet zelf tussen zitten!"

Soms gaat het niet goed en dan kan je ervan leren

Paul Iske is 'Chief Failure Officer' van het Instituut voor Briljante Mislukkingen. Dat klinkt alsof de straatrobot een mislukking is, maar niets is minder is. Het Instituut kijkt naar hobbels in processen, zoals in dit project. Daar kregen De Krom en DeJongCeba in de eerste poging om een straatrobot te ontwikkelen mee te maken. Vervolgens is gekeken hoe een andere aanpak kan leiden tot een succesvol eindproject, in dit geval de Strobo-straatrobot. Iske noemt dit een voorbeeld van openstaan voor het onbekend en leren van het onverwachte. 

"Dit is echt wel een innovatief traject en dat gaat met vallen en opstaan, zoals je hier ook maar weer ziet. Herkenbaar in de eerste poging zijn de twee partijen die het samen moesten doen, maar vaak tegenover elkaar stonden. Daar zit waarschijnlijk ook een stukje 'faalschaamte' in: niet kunnen of willen toegeven dat er bij jou iets misging, maar het kón ook bijna niet direct goed gaan, gezien het experimentele karakter van dit project. Bij het Instituut voor Briljante Mislukkingen werken we met  'leerpatronen'! Wat we van dit traject kunnen leren, heb je hierboven kunnen lezen.

Lydia de Wit
Verenigingsmanager Regio Randstad Noord
E-mailadres

Gerelateerd nieuws

Maandag 8 juli 2024
'Samen bouwen aan digitale vooruitgang'

Het aanbod van ons om deel te nemen aan een onderzoek naar de invloed van BIM op functies in de bouw, kwam voor Maas-Jacobs op het juiste moment. Vanaf volgend jaar gaan ze de ontwerpfase van alle projecten in 3D uitvoeren. Wat betekent dat voor de taken van medewerkers, en hoe ervaren zij deze taken? Het onderzoek leverde waardevolle inzichten op, vertelt BIM-manager Patrick van Dongen.

Maandag 8 juli 2024
Excursie Infraplatform Bakelse Plassen

Als je uitgenodigd wordt op een golfbaan, dan verwacht je een balletje te gaan slaan. Maar voor de leden van het Infraplatform Regio Randstad Noord en Brabant kreeg het bezoek aan Golfbaan Stippelberg in het recreatie- en natuurgebied de Bakelse plassen veel meer diepgang. Zij kregen een voorlichting en een rondleiding in dit gebied dat geldt als een schoolvoorbeeld van plattelandsvernieuwing.

Vrijdag 28 juni 2024
Slimmer samenwerken met het digitaal bouwwerkdossier

Vorige week is het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) gelanceerd. Het DSGO kent negen belangrijke bouwstenen, waaronder standaarden, uitwisselingsprotocollen en zaken als identificatie en autorisatie. Joppe Duindam, manager brancheontwikkeling en verenigingszaken: “Beter digitaal samenwerken is cruciaal om een groot aantal maatschappelijke uitdagingen op te lossen. Het recent door Ketenstandaard gepubliceerde whitepaper over het digitaal bouwwerkdossier beschrijft hoe deze digitale samenwerking goed kan werken voor onze sector.”