Aanpakken zit ingebakken in het DNA van aannemersbedrijf D. Louman
Woensdag 2 augustus 2023
‘Niet lullen maar poetsen’ is het credo bij timmer- en aannemersbedrijf D. Louman. Vader en zoon Louman kregen met de paplepel ingegoten dat je keihard moet werken voor de kost. Maar het moet wel leuk blijven, vinden de Amsterdammers. Dat is belangrijker dan het voortbestaan van het familiebedrijf.
Hemelsbreed zal het een kilometer of twee zijn, van de Zuiderakkerweg in Amsterdam waar timmerbedrijf D. Louman begon naar de Hoofdweg in Lijnden waar timmer- en aannemersbedrijf D. Louman tegenwoordig is gevestigd. Qua tijd zit er een halve eeuw tussen. Dirk Louman begon als zzp’er met onderhoudsklussen voor de tuinders waar hij in de jaren 70 tussen was gaan wonen. Zijn eenmanszaak groeide uit naar een klein bedrijf dat ook voor particulieren en woningbouwverenigingen werkte. Geen gemakkelijke tijd, herinnert Dirk zich. "Maar door altijd hard te werken, heb ik het nu best goed." Hard werken was hij wel al gewend. "Mijn vader had een slagerij. Vanaf mijn 12e werkte ik daar al in mee, moest ik op zaterdagen om vier uur op om bestellingen klaar te maken." De jeugdherinneringen van zijn zoon Mark klinken behoorlijk vergelijkbaar. "Ik werk al zowat mijn leven lang in het bedrijf. Van jongs af ging ik alle schoolvakanties met mijn vader mee. Hij vroeg nooit hoe het ging op school, maar wel wat mijn rooster was. Als hij wist dat ik de eerste drie uur vrij was, dan kon ik om 6 uur mijn bed uit om de jongens te gaan helpen of de werkplaats aan te vegen. Ja, het is er wel ingestampt bij me." Het klinkt misschien als klagen maar dat is het zeker niet. "Als ik er zo op terugkijk vind ik het prima", zegt Mark. "Als je iets wil bereiken moet je hard werken. We proberen dat onze kinderen ook bij te brengen."
Het kan wel eens knetteren
Die Spartaanse opvoeding is, niet verrassend, terug te vinden in de cultuur van het bedrijf. "Ik denk dat we wel redelijk hard zijn, ruimte voor slap gedoe is er niet echt", zegt Mark. "Ziek ben je als je met 40 graden koorts op bed ligt; buikgriepjes, daar doen we niet aan." Zijn vrouw Linda, die de administratie van het bedrijf doet, sluit zich daar bij aan. "Niet lullen maar poetsen, niet laten voor morgen wat je vandaag kunt doen; dat is wel hoe wij erin zitten." Ze komt zelf ook uit een ondernemersgezin en weet dus ook heel goed dat het aanpakken geblazen is als je een eigen bedrijf hebt. De ‘harde’ bedrijfscultuur betekent ook dat het niet altijd pais en vree is op de zaak. Zeker tussen zoon Mark en vader Dirk, die met zijn schoondochter en nog twee werknemers het kantoor bemant, zijn er wel eens aanvaringen. "Het kan wel knetteren ja", zegt Linda. "Wat is hier aan de hand?, vragen mensen om ons heen zich dan wel eens af." Mark beaamt dat, al zijn die botsingen volgens hem meer iets van het verleden. Ook Dirk herkent wat zijn schoondochter zegt. "Maar het heeft de samenwerking nooit in de weg gezeten", nuanceert hij het beeld van een stel bekvechtende bouwers. "We kunnen supergoed met elkaar werken!"
Werk is werk, privé is privé
Omdat ze weten dat meningsverschillen over het werk best wel eens flink op kunnen lopen, kiezen Mark en Linda er heel bewust voor om werk en privé strikt gescheiden te houden. Het is relatief makkelijk voor ze om die twee werelden uit elkaar te houden, legt Linda uit. "We wonen naast het bedrijf. Als er ’s avonds dingen besproken moeten worden, dan doen we dat niet aan de eettafel maar gaan we even naar de zaak." Mark: "Ik heb vroeger bij mijn ouders vaak genoeg gezien dat, als er dingen met de zaak waren waar ze zich zorgen om maakten, dat voor bonje thuis kon zorgen. Dat wil ik niet. Thuis wil ik het niet over het werk hebben. We hebben vier dochters en die willen ook wat vertellen. Daar moet je ruimte voor geven. Buiten dat vind ik het zelf ook veel te leuk om met de meiden te kunnen kletsen."
Opvolging is geen issue
De dochters van Mark en Linda, 8, 10, 14 en 16 jaar oud, krijgen evengoed het nodige mee van het bedrijf van hun ouders. "De twee oudsten kunnen al een aardig rondje rijden op de veegwagen en de heftruck, en één van de meiden helpt opa wel bij het keuren van de gereedschappen." Of de dochters op enig moment echt in het bedrijf komen werken en het later misschien zelfs overnemen, is niet echt iets waar Mark zich heel erg mee bezig houdt. Maar hij heeft er wel een beeld bij. "Meewerken zou ik prima vinden, maar ik zou niet zo snel zeggen ‘je moet het bedrijf overnemen van je vader’. Niet zozeer omdat het meiden zijn hoor. Had ik een zoon gehad dan had ik er waarschijnlijk ook zo ingezeten. Punt is dat er in de 25 jaar dat ik dit doe, er zoveel is veranderd qua mensen, mentaliteit, automatisering en regels, dat het er allemaal niet makkelijker op is geworden. Als ik kijk hoe hard ik er zelf aan moet trekken om iedereen tevreden te houden, dan weet ik niet of ik dat voor mijn kinderen zou moeten willen. Als ze het zelf heel graag willen dan mag het van mij, laat ik dat vooropstellen, maar ik zal ze zeker niet pushen."
Toekomstdromen
Dirk heeft er geen moeite mee als het bedrijf dat hij is gestart, geen derde generatie Louman krijgt. Sterker nog, hij geeft zijn zoon groot gelijk. "Je moet zó hard werken voor het bedrijf. Dat is op zich niet erg, maar door alles wat er verandert, is het gewoon niet leuk meer. Mensen worden steeds harder, je krijgt steeds weer nieuwe wetten en regels die het lastiger maken. Kijk alleen maar naar Amsterdam. Je mag hier niet meer rijden en daar niet meer parkeren; we kunnen klaverjassen met de bekeuringen die we krijgen. Nee, ik heb het bedrijf opgebouwd met bloed zweet en tranen, maar ik zal er geen traan om laten als Mark het op een gegeven moment verkoopt." Voorlopig is dat echter nog niet aan de orde. Met zijn 45 jaar kan Mark nog een flinke tijd vooruit. En hij heeft ook plannen voor de toekomst, een beeld van hoe het bedrijf er over een jaar of tien voor zou moeten staan. "We doen nu vooral renovatie, restauratie en onderhoud voor een aantal vaste opdrachtgevers. Voor Stadsherstel maken we onder meer woningen in gerenoveerde panden. We hebben nu 12, 13 vaste krachten in de uitvoering en dat zijn allemaal timmermannen. Ik zou graag wat meer allround willen worden zodat je de hele ruwbouw in eigen hand kunt houden. Als je bijvoorbeeld ook een loodgieter en een elektricien erbij hebt, dan kun je de klanten een completer pakket bieden." Mooie wensen dus. Zijn vrouw Linda heeft die ook, al zijn die wat minder ambitieus. "Ik wil wel op de vrachtwagen. Vorig jaar heb ik mijn groot rijbewijs gehaald en we hebben na wat problemen nu eindelijk de administratie digitaal op de rit, dus waarom niet?"
Gerelateerd nieuws
Als ondernemer in de bouw en infra ben jij ervoor verantwoordelijk dat je werknemers veilig en gezond hun werk kunnen doen. Wil je hierbij voldoen aan de eisen die de Arbowet stelt rond het uitvoeren van jouw wettelijke arbotaken? Dan sluit je het wettelijk verplichte basiscontract af met een arbodienst, zoals ArboDuo. Wist je dat je jaarlijks tot 1 oktober jouw keuze voor een (nieuwe) arbodienst kenbaar kunt maken?
De uitzendbranche kan per 1 januari 2025 ook gebruikmaken van de zwaarwerkregeling voor de bouw en infra. Cao-partijen van de uitzendbranche en bouw en infra zijn dit overeengekomen. Dit is goed nieuws voor medewerkers in de bouw en infra die een aantal jaren als uitzendkracht hebben gewerkt. Onder voorwaarden tellen die jaren namelijk vanaf 2025 voor hen ook mee.
Vanaf 2021 kunnen bouwplaatsmedewerkers gebruik maken van de zwaarwerkregeling om maximaal drie jaar voor hun AOW-leeftijd te stoppen met werken. Sinds 2022 geldt deze regeling onder voorwaarden ook voor uta-medewerkers. We zijn blij dat veel oudere medewerkers al gebruik maken van de regeling.