GMB's route naar emissieloos: 'Je wilt koploper zijn daar waar het ertoe doet'
Woensdag 30 oktober 2024
Aannemers elektrificeren 'en masse' hun bouwmachinevloot. Wat voor beleid hanteren ze daarbij? Wat zijn de grootste uitdagingen? Materieelmanagers van grote en middelgrote bouwers staan voor dilemma's en keuzes. Zo ook Gerard van der Veer, manager verduurzaming materieel bij GMB. "Voorlopig zitten we nog met een onrendabele top en blijft het werken met emissieloos materieel duurder."
Binnen GMB is Gerard van der Veer verantwoordelijk voor de verduurzaming van het materieel. GMB wil circulair zijn in 2030. "Voor mij als materieelman lijkt dat een gemakkelijke opgave. We hebben materieel met verbrandingsmotoren en alles waar een verbrandingsmotor in zit, dat hebben we dan niet meer. Al doende merk je toch dat je daarmee vooraan loopt in de technische ontwikkelingen en dat er voornamelijk prototypes beschikbaar zijn. Investeringsbedragen zijn fors hoger en dat heeft invloed op de investeringsbegroting en vervangingsplannen."
"We zetten daar beleid op door voor elk van de zes bedrijfsclusters te bepalen wat voor dat onderdeel strategisch materieel is. In de dijkenbouw is de 30 ton graafmachine strategisch materieel. Bij leidingtechnieken doen wij rioolrenovatie. Daar is een vrachtwagen strategisch materieel, want we komen in de binnenstad. Je wilt koploper zijn daar waar het ertoe doet. Ik help door aan te geven waar de ontwikkeling staat. Wat is er beschikbaar? Wat is betaalbaar? Stel het is beschikbaar, maar eigenlijk nog niet betaalbaar, want er is maar één aanbieder of het is een ombouw..."
Dat gaat verder dan de total cost of ownership?
"De TCO bereken je een keer en daarmee bepaal je het machinetarief. Inzet van een dieselmachine kost op elk project hetzelfde. Bij een emissieloze machine is dat een ander verhaal. Je hebt het machinetarief, maar daarnaast heb je de laadlogistiek. Die is afhankelijk van hoe je project eruit ziet. Moet je werken met wisselbatterijen, of kun je met een mobiele kraan of een trekker naar een laadpunt toe rijden? Dat is je laadlogistiek, dat kost geld. Daarnaast heb je ook je laadinfra. Moet ik tussen de middag bijladen dan heb ik misschien wel een 200 kW snellader nodig. Kan ik in de nacht laden, dan hoef ik maar een 50 kW snellader te kopen. Die is een stuk goedkoper. Dus je hebt je laadlogistieke kosten, maar je hebt ook je laadinfra kosten.
Dan heb je ook nog je werkwijze. Die kan ook veranderen. Een elektrische asfaltripper bestaat nog niet. Dus als je asfalt emissieloos wilt verwijderen, moet je het openbreken en opnieuw neerleggen. Misschien moet je dan wel anders gaan werken. Dus je hebt de werkwijze, de laadlogistiek, laadinfra en het machinetarief. Dat is een samenspel, een integrale manier van werken. Er worden ontwerpkeuzes gemaakt, er wordt een toets gedaan op doelmatigheid en de invloed op de kosten. De duurzaamheidsfunctie, de projectfunctie en de materieelfunctie moeten continu met elkaar in overleg zijn."
Hoever zijn jullie met de elektrificatie van jullie materieel?
"Wij hebben 22 bemande machines, waarvan vijf volledig emissieloos. En we hebben nu vier elektrische vrachtwagens in bestelling. Ook de eerste elektrische shovel zit eraan te komen. Dat gaat om een 14 ton shovel. Die zit er nu aan te komen als fabrieksmodel. Daar hebben we mee gewacht. Dit kan omdat alle andere al minimaal stage 4 of stage 5 zijn. Dus qua stikstof kunnen die nog prima mee. Met een doelstelling tot 2030 betekend dit dat die vervangingen de komende jaren snel zullen gaan. We krijgen nu ook onze eerste elektrische bandenkraan. Het vervangen van die kranen hebben we ook wat uitgesteld totdat er iets beschikbaar was. Dat is er nu. Dus daar gaan we versnellen."
Doen jullie nog aan ombouwen?
"Nee. Elektrische machines hebben een onrendabele top. Werk je met één machine dan is die onrendabele top groot, dan moet je voor die ene machine de laadlogistiek regelen. Dat kost veel geld. Maar als je drie machines op het werk hebt staan en je hebt één vrachtwagen die de hele dag de energiedistributie kan doen, dan wordt het al minder per machine.
Pilot
We zitten nu in de fase van pilot naar kleine series. Je kunt ze nu gewoon bestellen, maar ze rollen nog niet van de band. De volgende fase is de inregelfase. Dan wordt het gewoon een fabrieksmachine, is de kostprijs lager en het pionieren helemaal voorbij. Voorlopig zitten we nog met een onrendabele top en blijft het werken met emissieloos materieel duurder.
Er zijn geluiden in de markt dat eenpitters en kleinere grondverzetbedrijven die voor grote bouwers werken dikwijls voor het blok worden gezet: je bouwt emissieloos, anders krijg je van ons geen opdrachten meer. Dat ze daardoor flink moeten investeren en maar moeten zien hoe ze dat terug kunnen verdienen. Wat zijn jullie ervaringen?
"Wat we willen is dat emissieloos werken standaard wordt. Je bouwt nooit alleen. Daarom zeggen wij tegen onze onderaannemers: wil je voor ons werken en je moet een machine vervangen, denk dan even na. Zet er beleid op. Je hoeft niet gelijk die drie of vier machines die je hebt te vervangen. Maar weet dat dit de route voor de toekomst is. Ga daarin mee, want anders heb je straks geen werk meer. Niet bij ons, maar ook niet bij andere opdrachtgevers. Je gaat dat gesprek met elkaar aan. Dan zeggen wij: start gewoon met het opvragen van een offerte. Dan schrikken ze, want die machine is een factor drie duurder en dan ga je samen kijken: hoe ziet dan die TCO eruit? Wat kunnen wij doen als opdrachtgever? Kunnen wij jou die energie leveren, want wij hebben daar toch een laadvoorziening. Je moet het in de keten regelen."
Samenwerken is essentieel?
"Ja. Samen met onder meer Heijmans en De Vries & Van de Wiel (per 1 januari 2024 DEME Environmental, red.) hebben we daarom het Emissieloos Netwerk Infra opgericht. Daarin delen we alles wat we leren. Eerst alleen intern, sinds de stikstofuitspraak eind vorig jaar met iedereen. Daarnaast is er natuurlijk het SEB-convenant. Dat biedt handelingsperspectief voor de markt. Dan weet je: dit is de minimale route van ingroei die we gaan lopen. De deelnemende opdrachtgevers zeggen: zoveel procent van onze projecten zijn koploperprojecten. Van die projecten wordt een bepaald percentage emissieloos uitgevraagd. Dat groeit ieder jaar."
Houden opdrachtgevers zich daar ook aan?
"We zien wel dat sommigen hun ambitie terugschroeven. Dat komt omdat de kosten uit de klauwen lopen. Dat men heeft gerekend met een emissieloze machine die een factor 1,6 duurder is als de gewone machine. Vervolgens heeft men onvoldoende inzicht gehad in de kosten van de laadlogistiek, van de laadinfra en de productiviteit. Bij tweefasecontracten of projecten in bouwteam is de ervaring dat dit wel succesvol is. Daarom is het zaak dat je voor een uitvraag zoveel mogelijk details kent. Heb je een grote aansluiting in de buurt? Moet je verder rijden met je materieel, moet je bijladen in de pauze? Dat zijn de gesprekken die we nu voeren met de opdrachtgevers. Alleen dan kun je een gedegen kostencalculatie maken. Dat is voor emissieloos werken veel moeilijker dan voor traditioneel werken."
Kom jij naar de BouwMachines Kennisdag?
Op 4 december 2024 wordt de BouwMachines Kennisdag weer georganiseerd. Het thema van dit jaar is: het mkb en de missie naar zero emissie. Bekijk via deze link het programma en de sprekers. Als Bouwend Nederland zijn we kennispartner. Daarom nodigen we je graag uit om tegen een zeer gereduceerd tarief van €49,50 een hele dag kennis op te doen. Via deze link kan je je aanmelden.
Afbeelding via GMB/YouTube
Gerelateerd nieuws
Koninklijke Oosterhof Holman lanceert, samen met Genpower BV, Van Staveren geeft energie, Ohpen Ingenieurs & Innovators, en ENTRANCE - Centre of Expertise Energy, het kennisplatform bouwenopwaterstof.nl. Het nieuwe platform is opgericht om kennis en ervaring te delen over de toepassing van waterstoftechnologie op bouwplaatsen. Bouwend Nederland en Emissieloos Netwerk Infra zijn ondersteunende partners van deze nieuwe site.
Vanaf 1 januari 2025 mogen in een groot aantal gemeenten geen vervuilende bedrijfsauto's of vrachtwagens het stadscentrum meer in. Al in 2019 werden hierover afspraken gemaakt in het Klimaatakkoord. Deze afspraken staan nu ter discussie. In een recent debat deed de VVD een voorstel voor een landelijke uitzondering omtrent deze zero-emissiezones (ZE) voor ondernemers tot 2029. Dit voorstel voor uitstel krijg waarschijnlijk een meerderheid. Hierdoor is onduidelijkheid en onzekerheid ontstaan voor ondernemers.
Uit de Klimaat- en Energieverkenning 2024 blijkt dat de klimaatdoelen nog niet binnen bereik zijn. Het PBL concludeert dat er minder dan 5% kans is dat we het wettelijke klimaatdoel 55% minder CO2-uitstoot in 2030 gaan halen. Daarvoor is gekeken naar 'hard' beleid dat daadwerkelijk door te rekenen is. Extra maatregelen lijken onvermijdelijk. We onderschrijven de klimaatdoelen en roepen de overheid op te komen met concreet en voorspelbaar beleid om zo de huidige knelpunten in samenwerking met de bouw- en infrasector snel op te kunnen lossen. De uitvoering moet daarbij centraal staan.