1. Home
  2. Kennis
  3. Vakantie
  4. Vakantie en verlofdagen opnemen

Vakantie- en verlofdagen opnemen

Er bestaat een wettelijk recht op vakantiedagen. Het minimum aantal is vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Dit zijn de zogeheten wettelijke vakantiedagen. Vakantiedagen die daarboven zijn afgesproken in bijvoorbeeld de cao of in de individuele arbeidsovereenkomst gelden als bovenwettelijke vakantiedagen. Dit verschil is belangrijk omdat er verschillende regels gelden voor verschillende soorten verlofdagen.

Regels voor opnemen vakantiedagen en roostervrije dagen

In de wet en in de cao Bouw & Infra is bepaald hoe de opbouw en opname van vakantie- en roostervrije dagen is geregeld. Er wordt ten aanzien van vakantiedagen onderscheid gemaakt tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Seniorendagen zijn bovenwettelijke vakantiedagen.

Voor zover de cao Bouw & Infra van toepassing is, gelden er verschillende bepalingen voor bouwplaatswerknemers en uta-werknemers.

Het is altijd aan te raden vakantie- en roostervrije dagen schriftelijk te laten aanvragen door de werknemer. Let op: indien een werknemer zijn vakantiewensen indient, moet je daar binnen twee weken schriftelijk op reageren en eventuele bezwaren kenbaar maken. Doe je dit niet, dan is de vakantie vastgesteld op de wijze waarop de werknemer dat wenst. Je kunt de vakantie dan niet wijzigen, behoudens in goed overleg met de werknemer.

In principe moet je als werkgever instemmen met de vakantiewensen van je werknemer. Alleen als dit grote problemen voor de bedrijfsvoering (continuïteit van het bedrijfsproces) oplevert, mag je weigeren.

In de cao Bouw & Infra is bovendien geregeld dat iemand recht heeft op minimaal drie weken aaneengesloten verlof. De werkgever moet deze vakantie tijdig vaststellen. Op verzoek van de werknemer zelfs voor 1 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de aaneengesloten vakantie valt. In de cao Bouw & Infra zijn naast de afspraken over vakantiedagen, tevens afspraken gemaakt over roostervrije dagen. Je mag voor bouwplaatsmedewerkers jaarlijks een aantal vakantie- en roostervrije dagen vastleggen. Het resterende deel wordt voor bouwplaats-medewerkers gestort in het tijdspaarfonds.

Tijdspaarfonds

Cao-partijen in de bouw hebben een zogenaamd Tijdspaarfonds opgericht, Dit fonds wordt gevuld door verschillende bronnen: vakantiebijslag, bovenwettelijke vakantiedagen (met uitzondering van seniorendagen), roostervrije dagen en kort verzuim dagen. Het fonds maakt een netto–uitkering ineens voorafgaand aan de zomervakantie mogelijk. Het fonds wordt gevuld met zogenaamde ‘bronnen’, die de werknemer vervolgens voor bepaalde ‘doelen’ kan gebruiken. Tevens is het voor de werknemer mogelijk om periodiek geld uit het Tijdspaarfonds op te nemen.

Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen bouwplaatspersoneel en uta–personeel (uitvoerend, technisch en administratief personeel). Het bouwplaatspersoneel is verplicht om aan het Tijdspaarfonds deel te nemen. Voor uta-deelnemers is deelname vrijwillig. Het is dus zaak dit voor de uta–medewerkers in de personeelsdossiers bij te houden.

Vierdaagse werkweek 55+ers

Wanneer de cao Bouw & Infra van toepassing is, kan een medewerker van 55 jaar en ouder je verzoeken zijn feitelijke werkweek aan te passen tot vier dagen (32 uur). De arbeidsovereenkomst van de werknemer blijft ongewijzigd. De vierdaagse werkweek wordt bereikt door vakantie en roostervrije dagen anders in te delen. Het is belangrijk om afspraken die hierover worden gemaakt met de werknemer goed schriftelijk vast te leggen en de werknemer die ook voor akkoord te laten ondertekenen.


Lees ook onze brochure Vitaal doorwerken in de bouw.

Registratie verlof en verzuim

Het is belangrijk een duidelijke verlofregistratie bij te houden. Er kan hierbij gebruik gemaakt van software die in de markt verkrijgbaar is. Het is ook mogelijk om de registratie op papier bij te houden. 

Bekijk ook

Vakantie- en roostervrije dagen

Hier hebben je werknemers recht op!

Terugvaladvies bouwvak 2023 t/m 2025

Hier vind je het terugvaladvies voor de bouwvak 2023 t/m 2025.