Kritische vragen en pittige discussies over ESG en CSRD
Donderdag 7 maart 2024
Ingewikkelde kost kregen de financiële experts van Regio Oost voorgeschoteld tijdens de bijeenkomst van 5 maart. Gijsbert Bruijnes van accountantskantoor BDO nam de deelnemers mee in de wereld van ESG en CSRD: regelgeving rondom duurzaamheidsbeleid van ondernemingen.
Per 2024 is de Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) van kracht, en dat heeft de nodige gevolgen voor de financials die de jaarrekening voor hun bedrijf opstellen. Accountantskantoor BDO was uitgenodigd om bij de Financials bijeenkomst van 5 maart een toelichting op de materie te geven. Rond de 30 financiële experts van diverse bedrijven waren naar Van der Valk hotel Deventer gekomen voor de uitleg van Gijsbert Bruijnes.
Tekst en uitleg
Eerst deed de senior Manager Audit & Assurance bij BDO uit de doeken wat ESG inhoudt. De Environmental Social Governance staat voor beleid dat ondernemingen kiezen om een goede balans tussen financieel economische resultaten, transparantie, sociale belangen en het milieu te realiseren. Bedrijven worden beoordeeld op dat beleid en de ESG score, als het ware een ‘rapportcijfer’ voor duurzaamheid, is van belang voor investeerders om duurzame beleggingskeuzes te kunnen maken. Bruijnes legde vervolgens uit dat met de inwerkingtreding van de Europese richtlijn CSRD, grote ondernemingen voortaan verplicht zijn om in het jaarverslag een ESG-rapportage op te nemen. Om precies te zijn, geldt de CSRD sinds 1 januari 2024 voor grote beursgenoteerde ondernemingen. Vanaf 2025 wordt de duurzaamheidsrapportage ook verplicht voor alle andere grote bedrijven. Een bedrijf is groot als het voldoet aan minimaal twee van de volgende drie voorwaarden: meer dan 250 medewerkers, meer dan 50 miljoen euro omzet per jaar, meer dan 25 miljoen euro op de balans.
Kritische vragen
Het verhaal van Bruijnes riep veel vragen op bij de financials die de jaarrekeningen opstellen, en ook de nodige onvrede. Ze zijn immers vooral gericht op de cijfermatige, financiële aspecten van de bedrijfsvoering, terwijl ESG toch vooral met ondernemingsbeleid te maken heeft. Lastig voor de financials is ook dat er bij het opstellen van de duurzaamheidsrapportage veel oordeelsvorming komt kijken. Hoe weet ik of jullie het straks goed vinden?, was een van de kritische vragen die aan Bruijnes werden gesteld. Het is immers de accountant die de jaarrekening, en dus ook de duurzaamheidsrapportage moet beoordelen. Een alomvattend antwoord kon Bruijnes niet geven: “Kenmerk van oordeelsvorming is dat die niet in een checklist te vatten is. Gezonde discussies over ESG met een bredere groep dan enkel de financials, en ook binnen de gehele waardeketen, zijn nodig om een goed rapport op te stellen. Ook de directie heeft een expliciete verantwoordelijkheid voor de ESG-rapportage. Er kan dan ook niet alleen maar naar de financial worden gekeken om verantwoordelijkheid te nemen voor de ESG-rapportage.”
Leerproces
Bruijnes gaf ook aan dat het raadzaam is om tijdig met de accountant om tafel te gaan zitten om samen tot een goede invulling van de rapportage te komen. “Het fundament van de ESG-rapportage zal in 2024 gelegd moeten worden om vanaf 1 januari 2025 ook te kunnen gaan meten en sturen op duurzame KPI’s. Dit fundament betreft de stakeholderdialoog, het in kaart brengen van de waardeketen en de dubbele materialiteitsanalyse.” Tijdens de sessie zijn enkele vragen behandeld die voor deze aspecten van de ESG-rapportage gesteld kunnen worden. Kern van de boodschap daarin was wel dat hier (helaas) geen vast format voor is, en dat het fundament van de ESG-rapportage veel overleg en afstemming vraagt. Dit is niet makkelijk, en leidt tot flinke uitdagingen voor alle organisaties. Om te voorkomen dat iedereen het wiel zelf moet uitvinden, werd aangeraden om dit overleg ook met elkaar te voeren, en daarbij ook de publicaties van brancheorganisaties in de gaten te houden.
Tips voor de jaarrekening
Heel veel tijd was er na dit onderdeel niet meer over, maar na een korte pauze kon Bernard de Vree – Senior Manager Belastingadviseur bij BDO – nog even met de deelnemers in de weer over de jaarrekening 2023. Waar ben je tegenaan gelopen bij het afsluiten van de jaarrekening?, was de vraag aan de zaal. Daar kwamen verschillende reacties op. Zo waren er bijvoorbeeld zzp-puzzels geweest en onduidelijkheden bij de administratieve verwerking van zonnepanelen. De Vree kon de deelnemers bruikbare tips geven over deze en andere onderwerpen die werden aangedragen. Ook omdat de tijd beperkt was, is het idee om in een volgende bijeenkomst wat dieper op de diverse vraagstukken in te gaan.
De bijeenkomst werd afgesloten met een netwerklunch waarbij de deelnemers nog even rustig konden doorpraten over ESG, CSRD en andere onderwerpen en ervaringen.
Meedoen?
De volgende Financials bijeenkomst staat gepland voor 8 oktober in Deventer. Het onderwerp is nog niet bekend maar als het je interessant lijkt om aan te sluiten, met vakgenoten van gedachten te wisselen en interessante informatie over je werkveld te krijgen, meld je dan aan bij Mayra Schoolen.
Gerelateerd nieuws
Op maandag 25 november 2024 organiseert de afdeling Achterhoek en Bouwmensen Gelderland Oost haar jaarlijkse algemene ledenvergadering. De locatie is dit keer het stadion van De Graafschap. Een speciale gast, Hans van Breukelen, zal de leden 'op de Vijverberg', meenemen in een motiverend verhaal. Daarnaast worden de leden bijgepraat over actuele ontwikkelingen.
Aannemers elektrificeren 'en masse' hun bouwmachinevloot. Wat voor beleid hanteren ze daarbij? Wat zijn de grootste uitdagingen? Materieelmanagers van grote en middelgrote bouwers staan voor dilemma's en keuzes. Zo ook Gerard van der Veer, manager verduurzaming materieel bij GMB. "Voorlopig zitten we nog met een onrendabele top en blijft het werken met emissieloos materieel duurder."
De afgelopen maanden hebben Liander, Vitens, Combi SION en infra-aannemers gewerkt aan oplossingen voor de aanleg en aansluit achterstand op de Veluwe en Achterhoek. Na een tijdelijke situatie van een half jaar waarin infra-aannemers uit omliggende gebieden zijn bijgesprongen, gaat de nieuwe situatie van start; het gebied is niet meer het werkgebied van één, maar van zes infra-aannemers. Zo kunnen zij de grote hoeveelheid werk beter aan, de regio efficiënter bedienen en de continuïteit beter waarborgen.