1. Home
  2. Vereniging
  3. Vakgroep ondergrondse netwerken en grondwaterbeheer
  4. Certificeren

Certificeren

Op deze pagina plaatsen we praktische informatie over persoonscertificering voor werk in de ondergrond.

Certificeringen en samenwerking in ondergrondse infra

De ondergrondse infratechniek kent diverse certificeringen op basis van veiligheid, zoals de BEI voor Elektra, de VIAG voor Gas, de VEWA voor Warmte en KIAD voor Drinkwater. Daarnaast zijn er afspraken rond het werken met datakabels. De opdrachtgevers zijn de eisende partijen. Gelukkig wordt op veel vlakken wel samen met de aannemerij gekeken naar de passende en praktische invulling van de certificering. Deze afstemming gebeurt in het algemeen via de koepelorganisaties zoals Netbeheer Nederland, Energie Nederland, VEWIN, Bouwend Nederland en Techniek Nederland.

Gas en elektra

De netbeheerders hebben zich verenigd in Netbeheer Nederland. Deze bedrijven willen een zo groot mogelijke kwaliteit, betrouwbaarheid en veiligheid bieden en om dit te garanderen is het van belang dat in de branche goed opgeleide vakbekwame en vooral ook ten aanzien van veiligheid goed toegeruste vaklieden werken.

Aanleg en onderhoud van de netwerken doen de netbeheerders deels zelf, maar een groot deel wordt uitgevoerd door aannemers en eventueel andere partijen in de infrabranche. Omdat het werken in distributienetten veelal risicovolle werkzaamheden betreft, is door de Groep Veiligheids Regelgeving (GVR) van Netbeheer Nederland uniforme en landelijke veiligheidsregelgeving ingevoerd. Daarbij wordt (in de zogenaamde GVR+) samengewerkt met de aannemers, vertegenwoordigd door de branche organisaties Bouwend Nederland en Techniek Nederland. Alle partijen hebben zich geconformeerd aan de bedoelde regelgeving. In deze regelgeving zijn binnen de afzonderlijke domeinen de bevoegdheidsniveaus, opleidingscriteria en eventuele ervaringseisen opgenomen. De vakgroep is vertegenwoordigd met posities in de Groep Veiligheidsregelgeving en de Werkgroepen Gas en Elektra, waar de regelgeving wordt onderhouden en de beheergroep opleidingstabellen.

VIAG en BEI

De regelgeving bestaat uit een veiligheidsinstructie en diverse bijlagen waarin onder andere de aanwijzingenstructuur en de veiligheidswerkinstructies zijn uitgewerkt. Om werkzaamheden in de netwerken van de netbeheerders te mogen verrichten, moet door de werkgever een aanwijzing voor een bepaald bevoegdheidsniveau worden verstrekt. Zonder aanwijzing mag niet worden gewerkt. Een aanwijzing wordt gegeven door de directie van het bedrijf of door de personen die daarvoor opdracht van die directie hebben gekregen. Een aanwijzing is dus een competentieverklaring van de werkgever. Deze zorgt dat werkverantwoordelijken (WV-ers) beoordelen in hoeverre individuele medewerkers geacht mogen worden bepaalde werkzaamheden wel/niet uit te voeren. Het behaalde veiligheidsopleidingsniveau is daarbij de basis, maar ook ervaring/aangetoonde praktijkkennis spelen een rol. Naast de aanwijzing wordt een 'raamopdracht' afgegeven waarin op activiteitenniveau staat, wat wel/niet mag worden uitgevoerd.

  • IV (Installatieverantwoordelijke)
  • OIV (operationeel installatieverantwoordelijke)
  • WV (werkverantwoordelijke)
  • BD (bedieningsdeskundige)
  • AVP (allround vakbekwaam persoon)
  • VP (vakbekwaam persoon)
  • VOP (voldoende onderricht persoon)
  • THP (toegang hebbend persoon)

Voor het verkrijgen van een aanwijzing zijn in ieder geval een persoonscertificaat en algemeen arbo-gerelateerde certificaten (zoals VCA) en voldoende ervaring nodig (zie hier voor de geldende opleidingseisen). De werkgever (directie) beoordeelt:

  • welke aanwijzing iemand nodig heeft.
  • of iemand voldoet aan de bij die aanwijzing behorende ervaringseisen.
  • of iemand op verantwoorde wijze invulling kan geven aan die aanwijzing.
  • of iemand voldoende is opgeleid voor het optreden bij incidenten.

De WV-er is vaak een uitvoerder, soms ook een specifiek vrijgesteld iemand, die ook een aanwijzing moet hebben. Het Stipel-certificaat is een persoonscertificaat wat een bewijs is van jouw veiligheidstechnische bekwaamheid.

Opleidingen

Opleiders verzorgen de examentrainingen om je optimaal voor te bereiden op een BEI- of VIAG-examen. Via een opleider kun je ook vaak regelen dat een examentraining wordt afgesloten met een examen bij een van de (door Stipel geautoriseerde) exameninstellingen. EI's kunnen verbonden zijn aan opleiders en Netbedrijven maar is niet noodzakelijk. Hier vind je de beschikbare opleiders.

Certificering

Om landelijk op uniforme wijze te toetsen of medewerkers de benodigde kennis bezitten en de veiligheidsprocedures beheersen zijn certificatieschema's gemaakt door Stipel (Stichting Persoonscertificatie Energietechniek). BEI en VIAG betreffen een veelheid aan specifieke opleidingen en certificaten op verschillende niveaus en in verschillende domeinen. Niveaus die worden uitgedrukt als (onder meer):

  • VOP (Voldoende Onderricht Persoon; alleen onder begeleiding ondersteunend werk)
  • VP (zelfstandig maar niet alle werkzaamheden)
  • AVP (zelfstandig alle werkzaamheden)
  • WV (Werk Verantwoordelijke, leidinggevend niveau)
  • IV (installatie verantwoordelijke, beheer niveau).

Certificerende instellingen (CI's) als Dekra, DNV-DL, Certium en KIWA geven de Stipel certificaten uit en controleren de exameninstellingen (EI's). De exameninstellingen nemen de theorie- en praktijkexamens af.

Om landelijk op uniforme wijze te toetsen of medewerkers de benodigde kennis bezitten en de veiligheidsprocedures beheersen zijn certificatieschema’s gemaakt door STIPEL (Stichting Persoonscertificatie Energietechniek). BEI en VIAG betreffen een veelheid aan specifieke opleidingen en certificaten op verschillende niveaus en in verschillende domeinen. Niveaus die worden uitgedrukt als (onder meer):

  • VOP (Voldoende Onderricht Persoon; alleen onder begeleiding ondersteunend werk)
  • VP (zelfstandig maar niet alle werkzaamheden)
  • AVP (zelfstandig alle werkzaamheden)
  • WV (Werk Verantwoordelijke, leidinggevend niveau)
  • IV (installatie verantwoordelijke, beheer niveau)

Certificerende instellingen (CI's) als Dekra, DNV-DL, Certium en KIWA geven de Stipel certificaten uit en controleren de exameninstellingen (EI's). De exameninstellingen nemen de theorie- en praktijkexamens af. Hier vind je de beschikbare exameninstellingen.

Geldigheid certificaat

Een Stipelcertificaat, afgegeven door het examenbureau, is drie jaar geldig, vanaf de datum van de examinering. Het is ook mogelijk om de geldigheid van een Stipelcertificaat te checken. Zoeken kan op naam, geboortedatum en geboorteplaats van de certificaathouder. Ten minste twee van de drie velden moeten juist zijn. Het register toont de gegevens die worden verstrekt door de certificerende instellingen. Bekijk hier het register.

Vooropleidingseisen

Om deel te kunnen nemen aan Stipel-examens moet je voldoen aan bepaalde vooropleidingseisen. Deze kun je vinden via de website van BEIVIAG:

  • BEI-BLS bijlage 02 Vaktechnische opleidings- en ervaringseisen
  • BEI-BHS bijlage 3 Vaktechnische opleidings- en ervaringseisen
  • VIAG bijlage 12 Vaktechnische opleidings- en ervaringseisen

Deze vooropleidingseisen zijn verplicht. Er zijn geen uitzonderingen of dispensatiemogelijkheden.

Beheergroep opleidingstabellen

Deze beheergroep, bestaande uit vertegenwoordigers van netbeheerders en aannemers, beheert en onderhoudt de tabellen. Zij beoordeelt bijvoorbeeld of een nieuw aangevraagde opleiding op de tabel geplaatst kan worden of dat een oude opleiding zou moeten vervallen. De procedure is terug te vinden op de website van BEIVIAG.

Warmte

Een warmtebedrijf is een warmtenetbeheerder die één of meerdere warmtevoorzieningssystemen exploiteert. De warmtebedrijven zijn verenigd in Energie Nederland. Energie Nederland is de branchevereniging voor alle partijen die stroom, gas en warmte produceren, leveren en verhandelen. Het betreft hier warmtevoorzieningssystemen die bedoeld zijn voor het transport en/of de distributie van warm water, vanaf de producerende installatie tot en met het aansluitpunt bij de klant. Dit punt is de afsluiter aan klantzijde.

VeWa

De VeWa is een veiligheidsvoorschrift voor de bedrijfsvoering van warmtevoorzieningssystemen die in eigendom, beheer en/of onderhoud zijn van of bij warmtebedrijven. Deze bedrijfsvoering is inclusief de werkzaamheden aan, met of nabij die warmtevoorzieningssystemen die in opdracht van de warmtebedrijven worden uitgevoerd. De VeWa geldt voor alle voorkomende drukken en temperaturen. Koudevoorzieningssystemen vallen in deze VeWa ook onder de definitie van warmtevoorzieningssystemen. De VeWa is ontwikkeld om invulling te geven aan de betreffende bepalingen van de Arbowetgeving. Bekijk hier de VeWA-regeling.

Deze warmtevoorzieningssystemen omvatten de volgende onderdelen, voor zover deze in eigendom of beheer zijn bij het warmtebedrijf:

  • Warmtepompen
  • Warmtekrachtkoppelingen en andere kleinschalige opwekinstallaties
  • Het leidingenstelsel voor transport en distributie
  • De aansluitingen
  • Opwekinstallaties met een vermogen ≤ 10 MWth

Ook voor warmtevoorzieningssystemen geldt dat je hier pas mag werken als je in het bezit bent van een specifieke aanwijzing, waarin beschreven staat welke taken je mag uitvoeren. Bij de beoordeling voor het verkrijgen van een aanwijzing is het hebben van de juiste voltooide opleiding op Wet Educatie Beroepsonderwijs-niveau (WEB-niveau) met ervaring een vereiste. Een warmtebedrijf kan, afhankelijk van de werkzaamheden en de daarbij behorende risico’s, zwaardere opleidings- en ervaringseisen stellen dan in de VeWa zijn vastgelegd.

  • IV (installatieverantwoordelijke) algemeen deskundige warmtevoorzieningssystemen
  • OIV (operationeel installatieverantwoordelijke) Operationeel leidinggevende en/of beherende technicus
  • WV (werkverantwoordelijke) Operationeel leidinggevende en/of beherende technicus
  • AVP (allround vakbekwaam persoon) allround monteur
  • VP (vakbekwaam persoon) monteur
  • VOP (voldoende onderricht persoon) assistent monteur
  • VOPT (voldoende onderricht persoon toeganghebbend) toeganghebbende
  • PL (Projectleider)

Opleidingen

Erkende opleiders verzorgen de erkende examentrainingen om je optimaal voor te bereiden op een VeWA-examen. Via een opleider kun je ook vaak regelen dat een examentraining wordt afgesloten met een examen bij een erkend examenbureau. Deze kunnen verbonden zijn aan opleiders en Netbedrijven maar is niet noodzakelijk. De verplichte ééndaagse VeWa-instructie kan worden gevolgd bij de erkende opleidingsbureaus zoals genoemd op de website van VeWa.

Certificaat en opleidingseisen

De erkende examenbureaus geven een certificaat uit, na het behalen van het VeWa-examen. Deze is drie jaar geldig vanaf de datum van examinering. De opleidingseisen zijn vastgelegd in de VeWa-regeling op pagina 23.

Water

Tien regionale drinkwaterbedrijven in Nederland zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de drinkwatervoorziening in Nederland. Zij leveren op ruim 7,7 miljoen adressen continu kwalitatief goed en veilig drinkwater. De aanleg van de waterdistributie- en watertransportnetten wordt uitgevoerd door de ondergrondse infratechniek aannemers. De persoonscertificering KIAD is in 2018 geïntroduceerd door de drinkwaterbedrijven en Bouwend Nederland.

Kwaliteit Instructie Aanleg Drinkwater (KIAD)

KIAD is een persoonscertificering voor personen die drinkwaterleidingen aanleggen en ingrepen verrichten aan het drinkwaterdistributienet. De drinkwaterbedrijven gaan het KIAD-certificaat vanaf 2018 gefaseerd verplicht stellen voor alle monteurs die drinkwaterleidingen aanleggen en ingrepen verrichten aan het drinkwaterdistributienet. Het KIAD wil een veilig en betrouwbaar drinkwaterdistributienet, de kennis en vaardigheden monteurs op niveau houden, landelijke uniformering van kwaliteitseisen en certificering van de monteur eenvoudig controleerbaar aan de sleuf.

De aanleg en reparatie van drinkwaterleidingen moet met zorg en aandacht voor kwaliteit plaatsvinden om de levering van onberispelijk drinkwater te borgen. Veiligheid, hygiëne en kwaliteit van de monteurs zijn daarbij de aandachtspunten. Het KIAD-examen gaat over distributieleidingen tot max 200 mm. Er is gekozen voor 200 mm omdat binnen deze categorie de meeste werkzaamheden worden uitgevoerd. Diameters groter dan 200 mm vereisen aanvullende specifieke kennis die niet wordt getoetst in de KIAD.

Opleidingen

De opleidingen worden aan de markt overgelaten. Stichting Wateropleidingen verzorgt de aanmelding, de controle op de toelatingseisen, de planning en uitnodiging voor het theorie- en praktijk examen, de uitgifte en registratie van het certificaat. De theorie-examens worden uitgevoerd door Lamark en de praktijkexamens worden afgenomen door Stichting Wateropleidingen erkende praktijkexamenlocaties. Ga voor meer informatie naar Wateropleidingen.

Certificering en examinering

Om landelijk op uniforme wijze te toetsen of medewerkers de benodigde kennis bezitten zijn certificatieschema's gemaakt door vertegenwoordigers van drinkwaterbedrijven en aannemers. Deze certificatieschema's worden beheerd door de Stichting KIAD. Er zijn twee certificatieniveaus:

  • VPA, Vakbekwaam Persoon Aansluitleidingen
  • AVP, Allround Vakbekwaam Persoon

Exameninstellingen nemen de theorie- en praktijkexamens af. Een KIAD-certificaat, afgegeven door Stichting Wateropleidingen, is vier jaar geldig, vanaf de datum van de examinering. Monteurs die drinkwaterleidingen aanleggen en repareren moeten daarvoor in het bezit zijn van de juiste vakdiploma's en de verplichte aanvullende geldige certificaten:

  • Hygiënisch werken
  • Werken met AC
  • Veilig werken langs de weg
  • VCA

Exacte opleidingseisen zijn terug te vinden via KIAD. Bij KIAD geldt een mogelijkheid voor leeftijdsdispensatie of persoonlijke dispensatie op basis van alternatief gevolgde opleidingen. Voor de exacte regelgeving op dit gebied check de website van KIAD.

Data

In de databranche kennen we de persoonscertificering SECT. Dit is een stichting die zich ten doel heeft gesteld voor het borgen van het opleidingsniveau van medewerkers met betrekking tot de planning, het ontwerp, de aanleg, het onderhoud en het beheer van infratechnologische voorzieningen ten behoeve van openbare elektronische communicatienetwerken. In de stichting participeren zowel telecombedrijven als installateurs zodat de belangen van alle partijen worden behartigd.

De communicatienetwerken zijn tegenwoordig van onmisbare waarde. De technici die hieraan werken zijn dan ook bijzonder belangrijk en van grote betekenis. Techniek Nederland en NLconnect hebben gezamenlijk in 2010 de stichting SECT opgericht om de kwaliteit van netwerken te kunnen blijven garanderen. Inmiddels is het stokje overgenomen door NLconnect en VodafoneZiggo. Leden van Techniek Nederland leveren een bijdrage via het College van Deskundigen. Via SECT kunnen medewerkers voor verschillende werkzaamheden worden gecertificeerd. Hiermee kunnen deze medewerkers aantonen dat ze voldoende kennis en vaardigheden hebben voor de werkzaamheden die zij verrichten.

Opleidingen

Opleidingen om je voor te bereiden op een SECT-examen worden niet vanuit de Stichting SECT aangeboden. Het staat ieder opleidingsinstituut vrij om een opleiding hiervoor aan te bieden.

Certificering en opleidingseisen

Voor SECT zijn diverse certificatieniveaus beschikbaar, deze kun je terugvinden via de site. Een SECT-certificaat is vijf jaar geldig. Er zijn geen vooropleidingseisen. Op de website is een lijst te vinden met opleidingsinstituten die opleidingen aanbieden ter voorbereiding op de examens van SECT. Deze opleidingen zijn onafhankelijk van de Stichting SECT. De examens voor het behalen van een SECT certificaat worden afgenomen en gecoördineerd door CITO.

De examens bestaan uit een praktijkexamen en/of een theorie-examen. De theorie-examens zijn onderverdeeld in meerkeuze-examens en casusexamens. Kandidaten maken de praktijkexamens op locatie in een praktijkruimte. Examens worden gepland op aanvraag van één of meerdere bedrijven. Zodra er voor een examen voldoende kandidaten zijn wordt een examendatum vastgelegd. De praktijk examens worden afgenomen door een SECT assessor (inhoudsdeskundige). De theorie-examens worden digitaal afgenomen in een Lamark testcenter. De examenkandidaat kiest zelf de examendatum, het tijdstip en de locatie. De casusexamens worden afgenomen op een locatie centraal in het land. Voor deze examens zijn door CITO vaste afnamedata gepland.

PE-elektrolassen

In het PE-elektrolassen kennen we een persoonscertificering voor lassers en toezichthouders. In NTA 8828 zijn de nieuwe eisen vastgelegd voor het maken van elektrolasverbindingen in PE-leidingsystemen. De NTA is bedoeld voor iedereen die in zijn/haar werk te maken heeft met elektrolasverbindingen in PE-leidingen. Dat blijft niet beperkt tot de voorbereiding en de uitvoering van de laswerkzaamheden, omdat de reikwijdte van NTA 8828 zich ook uitstrekt over aanpalende werkzaamheden op het gebied van logistiek, toezicht, inspectie, keuring, etc. In de NTA8828 is ook een persoonscertificatie vereist. Netbeheer Nederland en Bouwend Nederland hebben vervolgens het initiatief opgepakt om op basis van de NTA een certificatieschema op te zetten. Hiervoor is NEN gevraagd als schemabeheerder en is CITO benaderd als specialist in het maken van toetsen. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het certificatieschema is belegd bij het College van Deskundigen.

Opleidingen

Voorafgaand aan deelname van het examen PE-elektrolasser dient de kandidaat een opleiding PE-elektrolasser te hebben gevolgd bij een hiertoe erkende opleidingsinstelling. De opleidingen dienen erkend te zijn door de schemabeheerder (NEN) van dit certificatieschema.

Certificering

De eisen en procedure voor certificatie van de PE-elektrolassers en Lastoezichthouders zijn vastgelegd in de volgende twee certificatieschema's (NCS):

  • NCS 8828-1:2017 'Elektrolassen van PE-buizen en PE-hulpstukken - Deel 1: PE-elektrolasser'
  • NCS 8828-2:2017 'Elektrolassen van PE-buizen en PE-hulpstukken - Deel 2: Lastoezichthouder'

Geldigheid certificaat

Een PE-las certificaat is 2 jaar geldig. Certificaathouders worden geregistreerd in een register. In het certificatieschema is opgenomen op welke gronden een certificaat ingetrokken kan worden.

Vooropleidingseisen

Voorafgaand aan deelname van het examen PE-elektrolasser dient kandidaat minimaal één keer een opleiding PE-elektrolasser te hebben gevolgd bij een door het NEN College van Deskundigen PE elektrolassen erkende opleidingsinstelling.

Opleiders- en exameninstituten

Op de website is een lijst te vinden met opleidingsinstituten die opleidingen aanbieden ter voorbereiding op de examens. CITO is de exameninstelling voor de PE-elektrolas examens. Het digitale theorie-examen wordt afgenomen in de testcenters van Lamark. Deze testcenters zijn verspreid over Nederland, zijn goed bereikbaar en voldoen aan de eisen die CITO stelt aan afnamelocaties. De praktijkexamens worden afgenomen bij de opleidingsinstituten Normec QS en KIWA.